Meditatie

Bij meditatie is het de bedoeling dat je je zo volledig op iets concentreert dat je alles om je heen even vergeet. Je gaat volledig op in je waarneming en daardoor vind je geestelijke rust: je wordt niet langer afgeleid door een scala aan stimuli waar je in het dagelijkse leven mee wordt geconfronteerd. Aan het einde van de meditatie is je hoofd leeg en voel je je geestelijk verfrist. Je bent weer klaar om nieuwe indrukken op te doen.

Voor meditatie geldt alleen de inzet. Het observeren van de geest en de gedachten is de enige opdracht bij meditatie. Hiervoor is het nodig om je op één punt te kunnen concentreren. Dit kan op verschillende manieren zoals een bepaalde zin of woord herhalen of je concentreren op je adem, lichamelijke sensaties, positieve emoties, etc. De twee bekendste vormen van meditatie zijn transcendente meditatie (het herhalen van een mantra – een woord of zin) en mindfulness (ook wel aandachtmeditatie genoemd; het focussen van je aandacht op je gedachten en gevoelens). Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat mindfulness effectief is bij stress, piekeren, angst, negatieve gedachten, overdreven perfectionisme, controledrift, etc. Het kan onder andere helpen stress te verminderen en beter om te gaan met stressvolle situaties, je beter kunnen ontspannen en je concentreren.

Meditatie oefeningen

  • Ga ergens rustig zitten, met rechte rug.
  • Adem een keer diep in en uit, sluit je ogen en ontspan.
  • Kies een woord of een zin die een bijzondere betekenis voor je heeft, bijvoorbeeld “Ik ben immer en altijd vrolijk” of “Er is niets wat ik niet kan, als ik maar wil”.
  • Herhaal deze zin in je hoofd. Eventueel kan je de zin vocaliseren, wat wil zeggen dat je je tong wel beweegt, maar geen geluid produceert.
  • In plaats van het herhalen van een zin kun je je ook simpelweg concentreren op je adem: neem waar hoe je borst en buik rustig op en naar gaat en de lucht je longen vult en vervolgens weer verlaat. Als je merkt dat je geest afdwaalt, breng dan je aandacht opnieuw naar de adem. Doe dat telkens als je geest afdwaalt. Het kan helpen om te tellen op de uitademing.
  • Na vijf of meer minuten kan je er rustig mee stoppen en met een ontspannen gevoel verder genieten van de dag.
  • Ga rustig zitten en concentreer je op je adem.
  • Roep je eigen overbodige gedachten over slaap op.
  • Zeg hardop ‘stop’. Later kun je dit in gedachten doen, maar in het begin is het belangrijk dit echt hardop te zeggen.
  • Roep op het moment dat je ‘stop’ zegt een beeld op dat met stoppen te maken heeft, zoals een stoplicht of spoorboom.
  • Nadat je ‘stop’ hebt gezegd en een stopbeeld hebt opgeroepen, denk je meteen aan iets rustgevends en prettigs. Wat dit is, is persoonlijk. Zo kun je denken aan varen in een bootje, de wind door de bomen of wandelen in een veld; vul maar in.
  • Als het goed is, heb je nu geen gedachten in je hoofd. Merk je echter dat je blijft doormalen, herhaal dan de vierde stap en blijf je goed op je adem concentreren.
  • Blijf oefenen en geef niet meteen op. Ook als het in eerste instantie niet werkt, zal het je uiteindelijk lukken.
  • Tijdens een pauze kun je aan loopmeditatie doen.
  • Zet aandachtig stap voor stap neer en concentreer je op je adem.
  • Voel hoe je lichaam zich beweegt en schakel alle zintuigen in en het denken uit.
  • Je observeert wat je ziet, luistert bewust naar de geluiden en voelt wat het weer (zon, regen, wind) met je huid doet.